Als mijn javaanse oma aan Allah wilde vragen om de genezing van een zieke, dan beperkte ze zich niet tot een gebed. Ze legde ook een offertje van voedsel of geld op een kruispunt van wegen. Want waar wegen bij elkaar komen, zei ze, daar wonen de goede geesten die het lot van de mens beschermen. Mijn oma deed dit bijna een eeuw geleden, twintig vlieguren hiervandaan, in Indonesië. Limburg, waar wij graag wandelen, is een stuk dichterbij, maar net als overal zie je ook daar in het landschap wegen bij elkaar komen. Vaak staat bij zo’n drie- of viersprong een klein kruisbeeld, een Mariabeeld of Christusbeeld waar mensen verse veldbloemen neerzetten en de nood van hun hart uitspreken in een stil gebed.
Is het toeval dat een kruising van wegen in twee culturen de plaats is voor een eenvoudige offergave, voor een klein gebed? Ik heb het niet nagezocht, maar het zou me niet verwonderen als dit motief van de kruising van wegen niet beperkt blijft tot de twee plekken die ik hier noem, maar ook te vinden is in mythen, sprookjes en tradities van andere culturen en op andere plaatsen. Het is zo’n beeldend motief! Elke keer als je langs een van de wegen het kruispunt nadert, sta je voor de keuze: waar ga ik straks heen, welke weg neem ik, hoe ga ik verder? Op dezelfde manier loop je in je leven langs de wegen van je lot, en ook dan kom je af en toe op een kruising en vraag je je af: hoe nu verder? Het beste wat je doen kunt, is vertrouwen op de goede geesten van het lot die volgens mijn oma langs deze wegkruisingen wonen.
Het kan bijna niet anders of in het verleden hebben mensen dit beeld als een innerlijke werkelijkheid ervaren. Waar zou anders het oude gebruik vandaan komen om zelfmoordenaars te begraven op een kruising van wegen? Soms zijn mensen te wanhopig, te bedroefd om verder te kunnen. Hun lot blijft dan onbeslist.
All das Vergängliche ist nur ein Gleichnis – achter alles wat vergankelijk is, wat zich voordoet als concrete werkelijkheid, wordt een hogere, misschien wel eeuwige werkelijkheid zichtbaar. Mensen groeien op in andere tijden, andere culturen en andere religies en verschillen daarom van elkaar. Maar in de hele wereld vertonen de beelden uit mythen, sprookjes en folklore veel overeenkomsten. Ze laten een hogere werkelijkheid zien die voor alle mensen geldt, die algemeen menselijk is. Elke keer als ik me bewust word van de algemene werkelijkheid achter zo’n gelijkenis, voel ik een innige verbondenheid.
Maar er is meer dat mensen verbindt. In de jaren tachtig voerde een amerikaanse antropoloog gesprekken over de islam met een prins uit Yogyakarta. De Amerikaan wilde weten hoe de mysticus, die vaak ruimer denkt, omgaat met de strikte leefregels voor de gelovigen. Volgens de prins wijzen de regels en geboden van elke religie gelovigen de weg naar God – wie als moslim geboren wordt, volgt de islam, een christen volgt Christus. Religie is de weg naar God voor mensen die die weg niet op eigen kracht kunnen betreden.
Een mysticus is daar wel toe in staat. Hij vindt zijn weg aanvankelijk vanuit de religie waarin hij is opgegroeid, maar elke mysticus bereikt het punt waarop hij inziet dat religie er in wezen niet toe doet. Los van religie ga je je eigen weg die precies de goede is voor jóu. Maar om de mensen die de geloofsregels wèl nodig hebben niet in verwarring te brengen, dient de mysticus zich te houden aan de leefregels van zijn gemeenschap.
In het Westen zijn we al decennialang bezig ons te bevrijden van religie, of in elk geval van de al te knellende leefregels die de religie oplegt. Zoals de mysticus zijn eigen innerlijke weg gaat, willen wij in het uiterlijke leven onze eigen weg gaan. In het uiterlijke leven? Of…? Volgens mij is het verschil tussen de uiterlijke weg van het lot en de weg van innerlijke scholing langzaam aan het vervagen. Wij zijn op het punt gekomen waarop we ontdekken: alles wat ik in mijn dagelijks leven meemaak, kan ik omvormen tot een weg naar binnen, tot een weg naar God. Die weg is voor ieder mens anders. Het verre gemeenschappelijke eindpunt ligt in wat de mysticus de ervaring van Gods tegenwoordigheid noemt.
Maar een gemeenschappelijk punt van vertrek is er ook. Alle menselijke mogelijkheden zijn aspecten van God en tegelijkertijd in God aanwezig. In de mens zijn al die mogelijkheden in principe ook aanwezig, maar wij kiezen één ervan om in ons leven te verwerkelijken. Dáárover sprak deze prins, deze raden mas, uit Yogyakarta. Wat mensen lijkt te scheiden, onze individuele keuzes op het levenspad, blijkt op een dieper niveau juist het verbindende tussen mensen te zijn.
We komen uit God en gaan op zoek naar God. En onderweg is alles mogelijk.
Bron: Utz Verzendantiquariaat www.utz.nl
Volg het vrije nieuws en wees geinformeerd over wat er ECHT gebeurt in de wereld! Ondersteun de vrijheidsstrijd, kom op voor jouw toekomst, van je kinderen, van je geliefden. Deel dit bericht op social media en in je eigen netwerk. DOEN!
Comments