Als prepuber van 14 jaar begon bij mij een enorme woede te groeien. Woede tegen een onrechtvaardige en wrede God die de ene mens alle kansen gaf terwijl hij de andere mens liet creperen. Hoe kon het in Godsnaam (om maar in de context te blijven) dat een kind in Nederland, zoals ik, kon opgroeien en veilig zijn terwijl er op andere plekken op de wereld, kinderen bij bosjes doodgingen van honger en ellende. Wat later, 1967, volgden de beelden van de verschrikkingen in Biafra waar 6000 mensen per dag de hongersnood stierven. De wereld keek toe want dit waren de eerste hongersnood beelden ooit die op televisie werden uitgezonden.
Die terechte woede tegen de willekeur van die God heeft het lang volgehouden. Helemaal als de berichten van meer wereldellende, dood en oorlog naar het veilige Nederland overwaaide bevestigde dit mijn stellige overtuiging. De religieuze doctrine dat deze God alle mensen liefheeft leerden we als kind op de katholieke scholen. Later, veel later, zo rond het 36ste levensjaar begon er langzamerhand een gevoel van twijfel te ontstaan en begon ik de moeite te nemen een boek over dit onbekende onderwerp te lezen. Dit boek droeg de titel: “Een blik in het Hiernamaals” van de helderziende schrijver Josef Rulof.
Het lezen van dit boek was het begin van een ontdekkingstocht in een wereld die voorheen volledig voor mij onbekend was. God werd een beetje begrijpelijker en er bleek veel meer georganiseerd en te bestaan dan dat ik ook maar kon vermoeden. Niet minder dan een reusachtige dimensie begon zich te openen voor mijn geestesoog. Het bleek een wereld te zijn die in vrijwel niets leek op wat thuis en op school verteld was over die strenge God en zijn hemel. Een verblijf overigens waar uitsluitend katholieke gelovigen met een redelijk blanke ziel naar toe gaan naar hun dood. Daar drijven ze op een wolkje naast God tot het eind der tijden verpozend in ledigheid en nietsdoen. Hoe achterlijk en onbenullig dit ook klinkt.
Ik begon te beseffen dat de mens kennis maar vooral een doel wordt onthouden. Ook ontdekte ik dat door de eeuwen heen zich krachten hebben ingespannen om informatie bij de mensen weg te houden; informatie die de mens nodig heeft om het doel van het leven te ontdekken. We weten dat er door vele eeuwen heen boekverbrandingen plaats hebben gevonden. Boeken met vrijwel altijd informatie die bekend staat als gnosis of de verborgen kennis van de wereld van het goddelijke en het bovenaardse/bovenzintuiglijke. Waarom, oh waarom denk je is het zo belangrijk om jou deze kennis te onthouden?
Langzamerhand begon de woede tegen God te verdwijnen en in plaats daarvan groeide er hoop, verwachting maar ook verbazing en ontzag! Ik ontdekte dat willekeur niet het goddelijke instrumentarium is. Dat er een reden is dat het lot en het leven van mensen verschilt en dat er geen twee identieke mensen op deze wereld leven met eenzelfde levenslot. Dat er regels gelden voor alle levende en niet levende mensen of zielen; bijna net zoals die gelden op aarde. Dat wij mensen een vrije keuze hebben, altijd, en dat we dat recht mogen uitoefenen en dat we volledig verantwoordelijk zijn voor de gevolgen van onze keuzes. Dat oorlog en hongersnood geen Goddelijk oordeel is maar een gevolg van keuzes die we als collectief maken. Hoe moeilijk ook dit te begrijpen en te verwerken valt met ons kleine mensenverstand.
Helemaal indrukwekkend is de ontdekking dat wanneer we als mens in de fout gaan (wie werpe de eerste steen?) en we niet de kans grijpen om die misstap in het huidige leven te corrigeren, we de mogelijkheid hebben dit in een volgend leven te doen. Een fenomeen dat bekend staat als reïncarnatie. Dat de wet van oorzaak en gevolg feitelijk een wet van liefde is die het ons mogelijk maakt te leren van onze eerder gemaakte vergissingen. Dit alles en nog veel meer staat o.a. in de gnosis boeken waarvan er dus vele van vernietigd zijn maar gelukkig niet allemaal.
Er is een doel is voor het leven; het is niet de bedoeling dat we eeuwig gevangen blijven in een cirkel van karma en reïncarnatie. We zijn geen hamsters die voor altijd in een rondje rennen. Het doel is dat we de weg terugvinden en inslaan naar waar we vandaan zijn gekomen. Het verrukkelijke is dat we als mensheid op het punt staan deze gnosis te herontdekken en te omarmen en dat we de ketenen afwerpen die ons duizenden jaren gevangen hebben gehouden.
God is misschien toch zo gek nog niet! Zou hij dit allemaal gepland hebben?
Comments