Toen Adam ziek was en op sterven lag, wisten zijn vrouw Eva en hun zoon Seth zich geen raad van verdriet. De dood, die ze nog niet kenden, was opeens heel dichtbij. ‒ Ik hoor nu een Droogstoppel zijn vinger opsteken en zeggen: Klopt niet. Adams zoon Abel werd al eerder doodgeslagen door zijn broer Kaïn. Ja, dat kan zijn, maar elke legende vertelt een eigen verhaal en we gaan nu even mee in déze legende die vertelt dat Adam als eerste mens de dood moest smaken.
Goed. Toen Adam dus op sterven lag, waren Eva en Seth radeloos van verdriet. Eva stuurde Seth naar de engel met het vlammend zwaard bij de poort van het paradijs om te vragen of in het paradijs niets groeide dat Adam van de dood genezen kon. De engel schudde treurig van nee. Adam moest sterven, dat was het lot van alle mensen. Maar hij gaf Seth wél een zaadkorrel uit het paradijs. Die moest hij op Adams graf planten en dat zaadje zou een geneesmiddel zijn tegen de dood. Seth plantte het zaadje en dat ontkiemde. Het kiemplantje groeide en groeide en werd een jonge boom. De jonge boom groeide en groeide, het groeide honderden, duizenden jaren en werd een machtige boom. De boom werd gekapt en uit het hout werden planken gezaagd en uit enkele ervan werd het kruis gemaakt waaraan Christus op Golgotha stierf. Door zijn kruisdood genas Christus Adams nakomelingen van de dood.
Volgens het bijbelverhaal uit Genesis schiep God de aarde in zeven dagen. Of in zes dagen eigenlijk, want op de zevende dag rustte God uit. De aarde is al min of meer voltooid, als op de zesde en laatste scheppingsdag de mens verschijnt. God schiep de mens als man en vrouw en gaf hun de heerschappij over de hele schepping. Ook gaf Hij hun al het zaaddragende gewas en de vruchten tot voedsel. Aan de dieren gaf hij de groene planten, maar voor de mens bestemde Hij de vruchten en het zaaddragende gewas. Waarom?
Ook hier zou meneer Droogstoppel op kunnen merken dat het niet klopt: iedereen die in de winter de vogels bijvoert, weet dat veel vogels ook zaadeters zijn… Wat bedoelt God dan, als Hij zegt dat het zaaddragend gewas alleen voor de mens is? Op de zevende dag rust God uit. Is de schepping voltooid? Ja, maar wel op de manier waarop een zaadkorrel ‘af’ is: alles zit er al in. Maar blijft een zaadkorrel een zaadkorrel, dan gaat de essentie ervan verloren. Een zaadkorrel is bedoeld om in de aarde te vallen en te ontkiemen en zo aan het begin te staan van een nieuwe ontwikkeling. God legt de fonkelnieuwe, pas geschapen aarde als een zaadkorrel in de handen van de mensen, de mensen mogen erover heersen, mogen hem laten ontkiemen. Dat gebeurt na de zevende dag. Dan begint de mens aan een ontwikkelingsweg die hem uit het paradijs leidt en van de dood zijn onvermijdelijke metgezel maakt.
Aan het begin van onze jaartelling had de mens in zekere zin het einde van die weg bereikt. Verder uit de buurt van God en het paradijs kon hij bijna niet komen. Met de komst van Christus begon een nieuwe weg, die hem terug kan brengen naar God. De zeven dagen van de Stille Week zijn daarom een soort herhaling van de zeven scheppingsdagen. Er is een middeleeuws lied waarin Maria aan het begin van de Stille Week haar zoon vraagt waar hij op elke dag van die week zal zijn, wat er op elke dag van die week met hem zal gebeuren. Nadat de eerste zes dagen bezongen zijn, vraagt Maria en antwoordt Jezus:
Ach zoon, ach liefste Jesu mijn ‒
waar zult ge op heilige zaterdag zijn?
Zaterdag ben ik als het slapend zaad,
dat heel de aarde ontbloeien laat!
Op Goede Vrijdag wordt Christus in het graf gelegd. Op paaszondag staat hij op uit de dood. Met het kruishout, ontstaan uit een zaadje uit het paradijs, genas Christus de mens van de dood, hij versloeg die onvermijdelijke metgezel van de mens. Door zijn dood en opstanding werd Christus de zaadkorrel waaruit een nieuwe weg ontkiemt die ook ooit zijn voltooiing zal bereiken.
De graankorrel zal ontkiemen en duizendvoudig vrucht voortbrengen, zegt het evangelie. Al die graankorrels ‒ weten we ‒ bereiken na een hele lijdensweg van oogsten, dorsen, pletten en malen ten slotte hun voltooiing in het brood. Christus is de graankorrel, Christus is het brood ‒ in de graankorrel en in het brood weten we elke dag dat hij de alfa en de omega van de hele schepping is.
Bron: Utz Verzendantiquariaat, Tineke Croese
Comments