Hoe zit het eigenlijk met ons mensen en kosmische ritmes? Ze zeggen wel dat een pasgeboren baby het aardse ritme van vierentwintig uur nog niet kent, alleen een kosmisch ritme van tussen de vijfentwintig en zesentwintig uur. Ik zou het niet weten, ik was als moeder helemaal niet gemotiveerd om dat te onderzoeken. Ik probeerde mijn baby’s zo snel mogelijk te laten wennen aan een aards ritme. Voor een pasgeboren baby betekent dit om de drie of vier uur eten.
Mijn kinderen hielden zich gelukkig keurig aan dit ritme. Hoe zit het als baby’s wat ouder worden? Dan stappen ze van de tijd in de ruimte en beginnen ze hun plaats te veroveren in de wereld. Peuters en kleuters denken wél dat iedereen hun wereld al kent: er is geen andere wereld dan de hunne. En ze kunnen maar niet begrijpen dat juffie niet weet wie tante Mien is, met die kabouter in de voortuin, terwijl zij tante Mien met haar kabouter hun leven lang al kennen. Eenmaal op de lagere school ontdekt een kind op een gegeven moment dat het een eigen persoontje is met een eigen plek. Zelfbewust schrijft hij zijn naam, de naam van de straat en stad waar hij woont, en het land… regelmatig voegt een kind trots aan zijn adres toe: Nederland, Europa, de Wereld, het Heelal! Toe maar – nog maar pas begonnen als mens, maar al groot genoeg om je deel van het heelal te voelen.
De veertienjarige, aan het begin van de puberteit, kan diep onder de indruk zijn door de overeenkomsten tussen menselijke en kosmische ritmes: dat een gezonde volwassene per etmaal ongeveer 25.920 keer ademhaalt – en dat de duur van een kosmisch jaar 25.920 aardse jaren is. Dat één dag in dat kosmische jaar 72 aardse jaren duurt – wat in de traditie wordt gezien als de lengte van een mensenleven – en dat de gezonde volwassene een hartslag heeft van circa 72 slagen per minuut. Je zet als veertienjarige moedig de eerste stappen om zelfstandig te worden, om je los te maken van alles wat je draagt: je ouders, je thuis – en o, wat is dat eng en wat word je daar onzeker van – maar dan is er dat vertrouwenwekkende besef: ik ben ingebed in iets groters dat mij veilig draagt.
De ritmes van de mens komen overeen met kosmische ritmes. Maar we zijn niet alleen ingebed in kosmische ritmes, ook in het geheel van alle mensen. Samen zijn we vanaf de schepping op weg naar iets hogers: van het aardse paradijs naar het hemelse Jeruzalem. Tussen de schepping en het heden ligt de geschiedenis van de mensheid. Elk kind herhaalt die geschiedenis in zekere zin. Toen ik een kind was, werd ik voorgelezen en later waren er altijd boeken om zelf te lezen. Ik was al jong lid van de bibliotheek en koos mijn eigen boeken. Maar pas toen ik via mijn kinderen kennis maakte met de vertelstof op de vrijeschool, ontdekte ik dat ik als kind, zonder het te weten, precies die verhalen had uitgezocht die volgens de inzichten van de vrijeschool bij mijn leeftijd hoorden.
Mijn moeder las sprookjes voor, mijn vader vertelde legenden en fabels. Toen ik acht werd, kreeg ik een kinderbijbel en de rest vond ik zelf in de bieb. Ik weet uit ervaring hoe verrijkend de verhalen kunnen zijn die de vertelstof vormen van acht klassen op de vrijeschool. Innerlijk doorloop je een stuk van de geschiedenis van de mensheid, de geschiedenis van ons allemaal.
Mijn dochter, die in groep 5 het verhaal van Michaël en de draak hoorde, was bijna in tranen toen dat verhaal eindigde met de val van Lucifer. Dat kon toch het einde niet zijn? Mocht Lucifer dan nooit meer naar de hemel terugkeren? Ik kon alleen maar zeggen dat het verhaal inderdaad nog niet af was, maar dat we het einde nog niet kennen. De mensen – wijzelf – kunnen er in de toekomst voor zorgen dat Lucifer de hemel weer in mag: door medelijden met hem te hebben.
Ik vond haar nog te jong om te horen dat in een ander verhaal – namelijk de Openbaring van Johannes – verleden en toekomst als een eeuwigdurend heden wordt verteld. De strijd van Michaël met de draak staat daarin centraal. Zijn gevecht met het kwaad is een gevecht dat wij als mensen in alle tijden ook voeren. Het beeld van Michaël en de draak geeft ons vertrouwen. Vertrouwen is een deel van de wapenrusting in de strijd. We hoeven die strijd niet alleen te voeren. Ook hier zijn we opgenomen in een groot kosmisch geheel.
Bron: Utz Verzendantiquariaat www.utz.nl
Comments