December is de maand met de kortste dagen en het minste daglicht. Waarom beleef ik november dan als donkerder en eenzamer? Omdat in december binnen het licht van de Advent al schijnt? De eerste drie dagen van november staan in het teken van de dood: Allerheiligen, Allerzielen en op 3 november SintHubertusdag. Deze patroonheilige van de jacht hoort ook in dit rijtje, want hij was voor zijn kerstening een vereerder van de keltische dodengod Cernunnus, in de gedaante van een groot edelhert.
Omdat de Advent dit jaar al op 28 november begint, staan de laatste drie dagen van deze maand in het teken van de naderende geboorte van het kerstkind. Het begin van november staat in het teken van de dood, het einde in het teken van de geboorte. En daartussen… is daar alleen maar duisternis en leegte, chaos voor de komst van het nieuwe? Nee, niet helemaal. In de middeleeuwen duurde de Advent namelijk zes zondagen, zodat de eerste adventszondag al rond SintMaarten op 11 november viel. En zo leeg is die maand helemaal niet. In de loop van november schijnt het licht van een hele rij schenkende heiligen: SintMaarten, Elisabeth van Thüringen, SintNicolaas, Lucia van Zweden, koning Wenceslas. Tussen deze heiligen neemt SintNicolaas een uitzonderingspositie in. Martinus, Elisabeth, Lucia en Wenceslas schenken brood en warmte aan de armen.
Daarmee benadrukken ze het saamhorigheidsgevoel binnen een gemeenschap: niemand mag worden uitgesloten, iedereen heeft recht op zijn deel van voedsel en vuur. Maar SintNicolaas legt zijn geschenken in de schoenen van de mensen. Hij benadrukt niet het gemeenschappelijke, maar het individuele. Zijn geschenken zijn bedoeld als steun bij alle moeilijkheden en tegenslagen die je in het leven overkomen. De schoen staat voor dat persoonlijke levenslot.
Het middeleeuwse gemeenschapsgevoel waar de schenkende heiligen van de herfst bij aansluiten, kennen wij niet meer. Wij zijn zelfstandiger en individueler, maar de weg naar een nieuw gevoel van samen op grond van het individuele hebben we nog niet gevonden. Het oude is verdwenen, het nieuwe nog niet verschenen. We leven in … ja, toch die duisternis en leegte, de chaos voor de komst van het nieuwe. Voelt november soms zo donker en eenzaam omdat we onze eigen onmacht en de zwaarte in ons lot herkennen in de troosteloosheid van een wereld waaruit licht en leven zich hebben teruggetrokken? SintNicolaas is een adventsheilige, zijn feestdag op 6 december valt altijd in de Advent, maar hij komt al eerder, midden in november, midden in de leegte en de duisternis.
Wie is SintNicolaas, die met zijn rode mantel en witte paard zo duidelijk afsteekt tegen de nachtblauwe hemel? Rood, wit en zwart – die kleuren kennen we bijvoorbeeld ook uit het sprookje van Sneeuwwitje: ze willen bewustzijn wekken voor een nieuwe fase die aanbreekt. Doet SintNicolaas dat ook? Waar komt hij eigenlijk vandaan? Bij die vraag hoort voor mij ook een andere, namelijk: waar brengt hij ons naartoe?
SintNicolaas wordt al sinds jaar en dag in verband gebracht met de germaanse god Wodan. Dat ligt voor de hand: ook Wodan reed, gehuld in een wapperende rode mantel, op een schimmel door de nacht, hij veroorzaakte de loeiende herfststormen, maar schonk ook vruchtbaarheid aan het zaad in de akkers. Het zaaigoed, wil de traditie, zien we op het sinterklaasfeest terug in het strooigoed en chocoladeletters herinneren aan het runenschrift dat Wodan door inwijding verwierf. In mythische beelden werd vroeger aanschouwelijk gemaakt wat in de natuur gebeurt. Er zijn echter mythen die een andere, een meer esoterische werkelijkheid zichtbaar maken.
Volgens de germaanse mythen gaat de godenwereld ten onder in de godenschemering – en dat betekent niets anders dan dat de mens het vermogen verliest de goddelijke wereld waar te nemen. Eén van de goden, Wodans zoon Widar, gaat echter niet ten onder. De godenschemering werd veroorzaakt door de leugenwolf Fenris. In de duisternis die hij verspreidt, kan de mens de goddelijke wereld niet meer zien. Widar kan de leugenwolf verslaan, maar alleen met hulp van de mensen. Hij kan de leugenwolf doden door met zijn schoen op diens onderkaak te gaan staan en hem dan bij zijn bovenkaak uit elkaar te scheuren. Maar daarvoor heeft hij een bijzondere schoen nodig: die schoen moet hij maken uit overschotsleer, dus uit het leer dat mensen bij het maken van hun eigen schoenen overhouden.
Je schoenen staan voor je eigen levenslot. Als je dat volkomen aanvaardt als iets dat van jou is en bij je hoort, als je je krachten niet gebruikt om je te verzetten tegen wat je overkomt – dan houd je levenskrachten over. Die levenskrachten, dat vertrouwen in de goddelijke wereld vormen het overschotsleer dat Widar nodig heeft. Daarmee kan hij de leugenwolf verslaan en dan breekt een nieuwe tijd aan, een tijd waarin de mensen de goddelijke wereld weer kunnen waarnemen. Met de geschenken die hij in onze schoenen legt, wil SintNicolaas ons helpen naar dat vertrouwen in ons lot op weg te gaan zodat we Widar kunnen geven wat hij nodig heeft.
SintNicolaas staat tussen Wodan en Widar, tussen de voorbije tijd van het oude helderzien en een toekomstige tijd waarin plaats is voor een nieuwe spiritualiteit.
Bron: Utz Verzendantiquariaat www.utz.nl
Comments