Celibaat is de term voor de bewuste keuze af te zien van seksuele interactie en in het geval van katholieke priesters om ongehuwd te blijven. In veel kerken zijn seksuele handelingen enkel binnen het huwelijk toegelaten en voor priesters houdt het celibaat binnen de kerken dus volledige seksuele onthouding in. Het celibataire leven maakt deel uit van een ontwikkeling die toepasselijk is voor mensen die door de groei van hun bewustzijn vrijwillig afzien van seksualiteit. Het past in het proces van bewust-zijns-ont-wikkeling dat mensen meer en meer loskomen van hun aardse zintuiglijke verlangens.
De basis van het celibataire leven is gelegd in de eerste eeuwen van onze jaartelling en begint bij de persoon die we kennen als de vroege kerkvader Augustinus (354 – 430). Als 21-jarige jonge man meldt Aurelius Augustinus zich bij de gnostische school van de mysticus Mani die leefde van 216 tot 276. Het manicheïsme dat als een tweede hoofdstroom van het christendom beschouwd kon worden.
Leerlingen aan de mysterie school van Mani werden gestimuleerd de vaardigheid te ontwikkelen van het intuïtieve denken naast die van het intellect. Een vaardigheid die zich kenmerkt in het leren onderscheid te maken tussen dat wat er letterlijk wordt gezegd of gelezen en het leren ontdekken wat de intentie van de auteur is. Met andere woorden: het leren lezen tussen de regels door ofwel het intuïtieve lezen. Haaks op deze leer staat het pure intellectuele denken dat de farizeeërs en schrift geleerden uit de tijd van Jesus kenmerkt. Mannen die in staat waren, letterlijk, passages en hoofdstukken uit het oude testament te reciteren. Overigens verwierp Mani het oude testament. Het religieuze, intellectuele en letterlijke denken heeft de afgelopen 1700 jaar het leven van de westerse mens bepaald.
Dit letterlijke denken (ratio) is noodzakelijk om te uit te vinden wat er tot de mogelijkheden behoort in de aardse dimensie. De figuurlijke kennis (gnosis) dient als leidraad en kompas. Kennis is niet de ervaring; deze wordt uitsluitend opgedaan in het leven en het leven is de reden dat we als mens (weer) op aarde zijn; om te ervaren. Letterlijke kennis, zonder gnosis (wijsheid), is net als een ongeleid projectiel: levensgevaarlijk en dit is de wereld van veel politici, wetenschappers en machthebbers.
Augustinus neemt op 29-jarige leeftijd afscheid van de mysterieschool omdat de banden van seksuele begeerte en zijn ambitie carrière te maken sterker zijn dan een leven volgens de richtlijnen van de school. Op deze scholen was het celibataire leven geen ‘verplicht vak’ maar maakte deel uit van een ontwikkelingsfase van de vrouwelijke en mannelijke studenten. Een ontwikkeling die Hermes Trismegistus verwoordt in het Corpus Hermeticum: ‘Door de komst van de tien aanzichten wordt de geestelijke geboorte voltrokken en worden de twaalf aanzichten verdreven; en aldus worden wij door dit geboorteproces vergoddelijkt. Wie nu, door de barmhartigheid van God, deze geboorte-uit-God deelachtig geworden is en de lichamelijke zintuiglijkheid heeft prijsgegeven, is zich bewust uit goddelijke krachten te zijn geformeerd en is van innerlijke vreugde vervuld.’
We mogen aannemen dat Augustinus de geschriften van Hermes Trismegistus gekend heeft maar hij heeft niet het stadium bereikt uit ‘goddelijke krachten geformeerd te zijn’. Zijn bewustzijn reikte niet tot deze hoogten en gefrustreerd verlaat hij de leer van de gnosis en Mani’s school. Een school en richting die hoogleraar Roland van Vliet in zijn gelijknamige boek ‘het christendom van vrijheid en liefde’ noemt.
Vervolgens verbindt Augustinus zich met de orthodox christelijke kerk, de latere rooms katholieke kerk en door zijn ambitie en geldingsdrang bereikt hij uiteindelijk de positie van bisschop. Hij overwint niet de problemen met zijn seksualiteit en schrijft in een van zijn geschriften over het gevecht dat hij levert tegen zijn opstandige lid dat een schijnbaar eigen leven leeft, … ‘voor de zondigheid van de geslachtsdaad, dat de erectie onwillekeurig is en dus zondig’. Dit slaat volgens hem niet alleen op mannen maar ook op vrouwen. Uit zijn onvermogen beheersing te krijgen over zijn eigen seksualiteit en verlangens besluit Augustinus tot een rigoureuze bepaling voor zichzelf en voor de gezagsdragers van de kerk; het celibaat.
Vrijwillig afzien van seksualiteit is het gevolg van een bewust-zijnsstaat en is niet af te dwingen. Het verdrietige bewijs dat dit niet af te dwingen is blijkt helaas uit de golf meldingen van kindermisbruik door priesters van de R.K. kerk.
De leerling die er klaar voor is maakt uit vrije wil de keuze voor het celibataire leven omdat het verlangen naar aardse seksualiteit getransformeerd is naar een bovenzintuiglijk verlangen. Een verlangen dat streeft naar verenigen en verbinden en dat niet van deze wereld is.
Augustinus had, ondanks zijn grote intelligentie en kennis niet het bewustzijnsniveau en inzicht om het stadium te bereiken, ‘uit Goddelijke krachten geformeerd te zijn’. Wel had hij de intelligentie, kennis en kunde de grondlegger te worden van een instituut dat eeuwenlang miljoenen mensen in angst, armoe en duisternis heeft gehouden, maar bovenal;
onwetend van hun Goddelijke afkomst.
Die duisternis verdwijnt; een nieuwe dageraad kondigt zich aan.
Literatuur: Manicheïsme als het christendom van vrijheid en liefde, Roland van Vliet. Valentinus de gnosticus en zijn Evangelie der Waarheid, Gilles Quispel. Mysterie Scholen, Konrad Dietzelbinger.
Comentarios